27 maart 2003
Donderdag. Het is acht uur �s avonds, en op het schijnsel van de olielamp naast me na pikkedonker. Ik zit op een oude stoel achter een eethuisje annex boerderijtje annex truckstop midden in het nergens. Boven mij een prachtige maanloze sterrenhemel. Voor mij kijken twee paar hondenogen me aan. Een paar is van een klein scharminkelig hondje, het ander van een jong zwart herdershondmodel, dat zojuist heeft geprobeerd mijn zakje met tentharingen te gappen, de boef. Ma ligt iets verderop te slapen. Het is nog tegen de twintig graden en windstil, lekker. De tent heb ik zojuist achter het huis opgezet. Ik heb net m�n eigen potje gekookt (de kokkin was er niet vandaag dus het restaurant was maar dicht). Nu zit ik een sinaasappeltje te pellen. Het leven is niet slecht. Lang niet slecht. |